Co-creatiesessie 2: het productielandschap

Hoe kunnen we het landschap in een straal van 30 kilometer rondom Oirschot zo inrichten dat er voldoende productie is voor de 400 woningen die tussen 2027 en 2032 gebouwd gaan worden in De Kemmer? Die vraag stond centraal tijdens de tweede van in totaal drie co-creatiesessies in het kader van Possible Landscapes, mogelijke landschappen voor De Kemmer, een gebied van zo’n 70 ha in het zuidoosten van de Brabantse gemeente Oirschot. 

Welke kansen zijn er? Wat is er nodig? En wat zijn de voorwaarden? Om die vragen te beantwoorden zitten er zoveel mogelijk stakeholders en kennispartners samen aan tafel. Deze keer zijn dat naast medewerkers van de gemeente Oirschot, Rijkswaterstaat en de Provincie Noord-Brabant, bouwers, materiaalproducenten, een student Management Leefomgeving en mensen van de Rabobank, de Natuurverdubbelaars en Building Balance.  

Van arme grond naar regio met kansen

Door de 400 woningen in De Kemmer biobased te bouwen, kan de gemeente Oirschot zorgen voor een onderscheidende wijk. In de eerste sessie werd duidelijk dat het verbouwen van gewassen in De Kemmer alleen niet voldoende productie oplevert voor de bouw van al die woningen. Bovendien zou die mate van productie niet rendabel zijn voor de boeren in het gebied. Dus hoe kunnen we het verhaal van De Kemmer breder trekken, zodat de wijk een vliegwiel wordt voor meer? Lukt het bijvoorbeeld wel om de materialen voor de wijk te verbouwen in een straal van 30 kilometer rondom Oirschot? 

Van Gogh 
Voordat je begint met het telen van gewassen moet je kijken welke teelten passen bij het gebied en de gebiedsopgave. De bodem in Oirschot en omstreken bestaat voornamelijk uit zand en een beetje leem. Van nature niet erg vruchtbaar dus. Niet voor niets schilderde Van Gogh, die in Brabant opgroeide, zijn wereldberoemde schilderij “De aardappeleters” in Nuenen. ‘Maar we kunnen de arme gronden omzetten in een regio met kansen’, aldus één van de deelnemers aan de tweede co-creatiesessie. 

Het nieuwe Van Gogh Nationaal Park biedt daarvoor wellicht inspiratie. Daar dient het Brabantse landschap uit de tijd van Van Gogh, met zijn slingerende beken, uitgestrekte natuurgebieden, vitaal boerenland, landgoederen en prachtige zichtlijnen, al ter inspiratie. De gebiedsgerichte aanpak, het verbeteren van de bodem en het historische landschap als aanknopingspunt voor de materialen, zijn bovendien uitgangspunten die je ook in De Kemmer en omgeving kunt toepassen. Zo kan het kamerlandschap met zijn sterke houtstructuren zorgen voor een rijke en nattere bodem.  

Gebiedsofferte
Wat zijn realistische materialen die aansluiten bij zowel het landschap als de bouwers? Hoeveel heb je nodig voor 400 woningen? Wat zou lokaal geproduceerd kunnen worden? En wat is er al? ‘Die vragen kun je beantwoorden door de boeren in het gebied een gebiedsofferte te laten maken’, zegt Merlissa Diele van De Natuurverdubbelaars. Daarbij bepaalt de overheid de kaders. Je wilt bijvoorbeeld geen nieuwe monoculturen. En een gewas als miscanthus wil je misschien ook niet overal, want dat wordt vier meter hoog en heeft dus impact op de zichtlijnen in het gebied. Maar binnen die kaders kunnen boeren een voorstel indienen voor de beste gewassen en wat ze nodig hebben om die te kunnen verbouwen. Is ruilverkaveling nodig? Of misschien een samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers op het gebied van mest? Zo’n gebiedsofferte geeft boeren de kans om mee te denken én te beslissen. En als overheid maak je gebruik van de kennis en kunde die er al is.

Eerlijke boterham
Een kanttekening is dat biobased gewassen als vezelhennep momenteel nog altijd minder lucratief zijn dan bieten of aardappels. Maar met behulp van CO²-compensatie lukt het misschien wel.

‘De agrariërs rond Oirschot hebben heel goed door dat er echt dingen moeten veranderen’,

Gérard Mertens, Rabobank

Onlangs is er daarom al een eerste telers-coöperatie op basis van grondstoffen opgericht. Die coöperatie bestaat uit een kopgroep van twaalf akkerbouwers die onderling zeer transparant zijn over de prijzen. Dat helpt om het vertrouwen in elkaar te herstellen. Het bleek nog te ingewikkeld om hierin ook bouwers en woningcoöperaties te betrekken. Dat zou echter wel wenselijk zijn als je een gebiedsofferte wilt maken waarin zo concreet mogelijk, door middel van open calculatie, wordt berekend hoe je de opbrengsten zo kunt verdelen dat iedereen in de keten een eerlijke boterham kan verdienen. 

Creatieve uitvraag
Voor het maken van een gebiedsofferte waarin de hele keten wordt meegenomen – van land tot pand – is het belangrijk dat de gemeente Oirschot haar ambitie met betrekking tot biobased bouwen duidelijk gaat uitspreken richting de hele keten. ‘Het is belangrijk dat we allemaal hetzelfde verhaal vertellen. Dus als je dit gaat doen, schreeuw het dan ook van de daken!’, zegt Harold van de Ven van Building Balance.

Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de prijs ten opzichte van de reguliere manier van bouwen, waarin biobased bouwen zelfs in harde euro’s niet meer duurder is. Je moet ook op langere termijn kijken naar de voordelen voor de gezondheid, de maatschappelijke meerwaarde en de ecologische winst.

Die ‘nieuwe’ waarden, maar ook toekomstige wetgeving, zoals het CO²-plafond en de Waterwet van 2027, moet je als gemeente meenemen in de kaders voor de gebiedsofferte. Dat vraagt om meer creativiteit. Daarbij kan een hightechbedrijf als ASML helpen door bijvoorbeeld te meten hoeveel CO² wordt vastgelegd in tien woningen. Die metingen kun je vervolgens meenemen in de uitvraag voor de gebiedsofferte. 

Om alle twijfel over geld weg te halen, doet de provincie Noord-Brabant tot slot nog een duit in het zakje. Letterlijk, want: ‘De provincie betaalt mee’, belooft Ronald Kramps. 

Biobased gewassen
Over de gewassen die in een straal van 30 kilometer rond De Kemmer geteeld kunnen worden, zijn de deelnemers aan de tweede co-creatiesessie het snel eens: 

  • Gewassen combineren is nodig om het financieel interessant te maken voor de telers en het is bovendien veel beter voor de bodem. 
  • Het is belangrijk om zo snel mogelijk bos aan te planten. ‘Populierenhout is heel geschikt materiaal voor houtbouw, maar het heeft wel 25 jaar nodig om te groeien’ zegt Job Wittens van Peppelhout. Een boer zou zo’n populierenbos wel kunnen combineren met andere gewassen en het kunnen aanleggen als “pensioenbosje”, waarvoor de boer nu al ieder jaar een x-bedrag ontvangt. Zorg wel dat je de nieuwe aanplant goed plant en communiceert richting de bouwers, waarschuwt Verena Vermeulen van Heijmans. ‘Bomen staan ook vaak in de weg en worden dan soms zonder overleg verwijderd.’ Kortom: maak De Kemmer landschappelijk klaar voordat je gaat bouwen, zoals ook al bleek uit sessie 1.
  • Stro is al volop aanwezig, maar dat zien de deelnemers meer als een “oefengewas”. Beter zijn miscanthus en vezelhennep omdat die meer CO² opnemen. 
  • Maak een myceliumfabriek voor isolatiemateriaal in het gebied. Mycelium kun je heel goed in blokken laten groeien en drogen en is in combinatie met bijvoorbeeld snoeiafval ideaal bouwmateriaal voor bouwers in de regio. Wellicht heeft de paddenstoelenkwekerij van John Verbruggen in het nabijgelegen dorp Erp interesse?  
  • De productie hoeft niet alleen te komen uit gewassen. Je kunt ook denken aan de productie van energie uit water, compost en zonne-energie. Die energie sla je liever niet op in een buurtbatterij, maar in een natuurlijk materiaal als basaltsteen.  

Lokale productie
Tot slot de vraag: hoe realistisch is het om alle materialen voor de 400 woningen in een straal van 30 kilometer rondom De Kemmer te produceren? De deelnemers aan de eerste sessie trokken al de conclusie dat alleen in De Kemmer telen geen zoden aan de dijk zet. Met één hectare stro kun je bijvoorbeeld maar vier daken isoleren. Gebruik je miscanthus (olifantsgras) dan heb je drie keer zoveel, maar dat wordt vier meter hoog. Dus in de wijk produceren is leuk als gezamenlijk hobbyproject of voor educatie, maar niet meer dan dat. En ook met 30 kilometer rondom De Kemmer ben je er nog niet, denken de deelnemers aan de tweede sessie. ‘Wil je dit echt serieus doen, dan moet je eerder Brabant-breed gaan kijken.’ Er wordt toegewerkt naar 4000 ha gewassen in 2027 en 10000 ha in 2030. 

Is dat dan wel haalbaar? ‘Wij kunnen de isolatie voor alle woningen in De Kemmer nu al realiseren, zegt Jan Walrecht van Strotec. Maar de materialen komen, net als vezelhennep, hout en houtvezel, grotendeels uit Oost-Europa. Een Nederlandse productielijn is nu niet realistisch omdat er te weinig vraag naar is. Maar een project van 400 woningen zou wel helpen om de stroproductie naar Nederland te halen en hier een productielijn op te zetten, denkt Jan Walrecht. Dan maak je het helemaal lokaal. Ook voor bouwers wordt het steeds logischer om lokaal in te kopen, omdat de bouw vanaf 2027 gaat betalen voor CO²-uitstoot. Kortom: het huis van de toekomst is gebouwd van lokaal geteelde, biobased materialen, neemt CO² op, is van de riolering af en heeft moderne oplossingen voor schoon drinkwater. Die huizen kunnen we in De Kemmer nu al gaan bouwen.

Tekst: Merel van der Lande