Co-creatiesessie 1: het landschap

Hoe kunnen we het landschap zo inrichten dat het klaar is voor de toekomst? Die vraag stond centraal tijdens de eerste van in totaal drie co-creatiesessies in het kader van Possible Landscapes, mogelijke landschappen voor De Kemmer, een gebied van zo’n 70 hectare in het zuidoosten van de Brabantse gemeente Oirschot. 

Waarom deze sessies? In 2021 kocht de gemeente Oirschot een varkenshouderij aan in De Kemmer. Daardoor werd het mogelijk om daar vanaf 2026 400 biobased en natuurinclusieve woningen te bouwen. Woningen die hard nodig zijn voor de grote woningbehoefte in Oirschot en de regio. In 2022 schreven het College van Rijksadviseurs en de gemeente een prijsvraag uit voor een stedenbouwkundige en landschappelijke visie voor De Kemmer. Die prijsvraag won het team ‘Nieuwe Oogst’, een samenwerking van De Urbanisten, ORGA Architect, Copijn Landschapsarchitecten, Level of Detail Architecten, Bureau Veldwerk, AM Gebiedsontwikkeling, Alba Concepts, De Natuurverdubbelaars en Beyond Now. Hun plan is gebaseerd op de overtuiging: “Wij bouwen niet alleen biobased, wij zíjn biobased! De mens gedijt het best als we onze band met de natuur herstellen en als we flora en fauna ruimhartig in onze leefomgeving toelaten.” 

Maar hoe doe je dat? En wat betekent dat voor het landschap, de ondernemers en de gemeenschap in het gebied? Biedt dat ook kansen voor andere opgaven zoals de transitie van de landbouw, het herstel van het natuurlijk bodem- en watersysteem en de kwaliteitsverbetering van het landschap.

Om die vragen te beantwoorden heb je zoveel mogelijk stakeholders en kennispartners aan één tafel nodig. Daarom waren er naast medewerkers van de gemeente Oirschot ook mensen van het waterschap, ZLTO Oirschot, inwoners, Rijkswaterstaat, natuurexperts, (agrarisch) ondernemers en landschapsarchitecten.  

Tijdens de eerste co-creatiesessie keken de stakeholders met name naar het landschap van De Kemmer. In de volgende sessies staan de thema’s “biobased (ver)bouwen” en “de community” centraal.

De oogstbare ecologische woonwijk

Hoe kunnen we het landschap van De Kemmer zo inrichten dat het klaar is voor de toekomst? Dat wil zeggen: een regeneratief landschap waarin bodem en water sturend zijn, waar plaats is voor 400 woningen en waar de infrastructuur bijdraagt aan het landschap. 

Kamerlandschap
Oirschot heeft veel cultuurhistorisch erfgoed. Naast monumentale gebouwen, zijn dat historische landschappen zoals het coulissenlandschap, dat men in Brabant ook wel ‘kamerlandschap’ noemt. Zo’n landschap kenmerkt zich door lange lijnen van lanen en water, kleine lapjes grond omzoomd door houtwallen en heggen en zogenaamde herdgangen, kleine buurtschappen die ontstonden op de kruispunten van de landschappelijke structuren. Tot ongeveer 1850 was De Kemmer zo’n kamerlandschap, maar door schaalvergroting in de landbouw is dat nu grotendeels verdwenen. Het zou mooi zijn om dat erfgoed in ere te herstellen, vinden de deelnemers aan de eerste sessie. 

Ecologisch inrichten
Het terugbrengen van het kleinschalige karakter is ook heel belangrijk voor een duurzame toekomst van het landschap. Houtwallen en heggen verbeteren de bodem en biodiversiteit, kunnen water vasthouden en stuifzand tegenhouden.

Bram Willemsen van Flux stelt voor om het landschap juist meer ecologisch in te richten. Dus niet volgens de strakke lijnen van het kamerlandschap, maar een meer geleidelijke overgang van heide naar bossen, velden en drasland. Die ecologische gradiënten zijn nog beter voor bodem, water en biodiversiteit en bovendien zijn die overgangen van nature al in De Kemmer aanwezig. 

“De bodem is het belangrijkst, net als bij een pizza!”

Petra Koning, bestuurslid van het IVN

Naast het terugbrengen van de ecologische overgangen in het gebied, moeten daarom ook de natuurlijke kringlopen, zoals rest- en voedselstromen, terug in het landschap. In plaats van ieder najaar het blad weg te blazen, kun je het ook laten composteren, als voedsel voor de bodem. Met de juiste beplanting en voeding creëer je weer een gezonde toplaag. Belangrijk daarbij is wel om alleen inheemse soorten aan te planten; anders hebben onze insecten er niets aan. 

No dig
Hoewel de start van de bouw van de woningen pas gepland staat voor eind 2026 zou je nu al kunnen beginnen met de aanleg van die groenstructuren. Daar gaat immers de meeste tijd overheen. Voor de bouw van de woningen oppert Sander Rombout van Copijn nog een belangrijke voorwaarde voor een gezonde bodem: NO DIG! In plaats van de 400 woningen ‘in te graven’ en veel grond te verplaatsen, kun je beter kiezen voor het zo weinig mogelijk ‘roeren’ van de bodem en bijv. werken met modulaire (verplaatsbare) woningen zonder fundering of woningen op palen. 

Spons
Droogte is ook in De Kemmer een probleem. Marnix van de Kruis van Waterschap de Dommel: “We moeten de bodem als spons ontwikkelen.” Dat betekent dat je neerslag moet vasthouden in plaats van het te laten afvloeien via het riool. Maar ook dat je in de huizen op een andere manier moet omgaan met het drinkwater.

Cees Ouwerkerk, voorzitter van buurtgroep De Kemmer vraagt zich af hoe Oirschot het kanaal dat langs De Kemmer loopt kan integreren. Het vormt nu letterlijk een barrière tussen Oirschot Noord en Zuid. De beroepsvaart op het kanaal zorgt voor restricties op het gebied van recreatie. Zo mag je er niet zwemmen en kanoën. Maar wat kan er wel? Kun je langs het kanaal woningen bouwen met kanaalzicht? Kun je het kanaal de wijk in laten komen zodat je daar wel kan recreëren? Kun je het kanaal gebruiken voor natte teelt? Rijkswaterstaat staat open voor nieuwe ideeën: “Daag ons uit!”

Oogstbare woonwijk
Het is duidelijk dat een kleinschalig landschap beter past bij de toekomst van De Kemmer. Maar hoe kun je een verdienmodel creëren op basis van een kamerlandschap? Het team van ‘De Nieuwe Oogst’ denkt dan aan ‘de oogstbare woonwijk’. Daarin kan een deel van het bouwmateriaal voor de woningen in De Kemmer wordt verbouwd en geoogst, waarbij iedere grondsoort zijn eigen oogst heeft. Voor de langere termijn kun je ook denken aan het verbouwen van voedsel voor de bewoners of aan CO2-opslag in gewassen. Boomkweker Bressers denkt dat de Paulownia boom zeer geschikt is voor lokale houtbouw in De Kemmer. Het hout van deze snelgroeiende boom kan worden gebruikt voor de bouw van huizen en meubels. Misschien kan Oirschot daarmee zelfs zijn meubelindustrie nieuw leven inblazen, maar dan met biobased materialen? 

Verdienmodel
De oogstbare woonwijk klinkt goed. Maar er is ook twijfel onder de deelnemers. Voor agrarisch ondernemers is De Kemmer te kleinschalig om voedsel en grondstoffen rendabel te kunnen verbouwen. Biedt de omgeving misschien mogelijkheden voor meer productie? Volgens groenaannemer Bert van Helvoirt is het belangrijk om het gebied niet alleen te waarderen op basis van productie. “Want als je ergens van houdt, wat is dan de prijs ervan?” Zou je boeren, hoveniers en natuurorganisaties kunnen inzetten voor natuurbeheer of voor de kennisoverdracht en het begeleiden van de nieuwe bewoners in het gebied. Denk aan cursussen moestuinieren, bomen snoeien, wieden en oogsten. 

“Wij bouwen niet alleen biobased, wij zíjn biobased!”

Ecologisch contract
In een ecologische woonwijk moeten de mensen die er wonen zich onderdeel voelen van het ecosysteem. En dus moet je bewoners aantrekken die de (gemeenschappelijke) tuinen en erven ecologisch willen inrichten en onderhouden, die voedsel en/of grondstoffen willen verbouwen en voor de natuur in het gebied willen zorgen. Om dat te realiseren kun je mensen die in de Kemmer komen wonen een ecologisch contract laten tekenen. Daarnaast is het belangrijk om een wooncoöperatie oprichten, bijvoorbeeld voor een buurtbatterij die de energieopbrengst van zonnepanelen in de wijk verdeelt. 

Biobased organiseren
Samen is het toverwoord in een oogstbare ecologische woonwijk. Een co-creatie tussen de gemeente, het waterschap, natuurorganisaties, boeren, burgers en bouwers. Maar wie gaat wat doen? Wie is waarvoor verantwoordelijk? 

En toen bleef het stil. Want is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer? Of spelen de bewoners en specialisten, zoals boeren of ecologen, daarin een rol? En hoeveel vrijheid krijgen zij dan? 

De deelnemers aan de sessie zijn het erover eens dat overmatige regelgeving door de gemeente niet wenselijk is. Want als alles gereguleerd is, hoe kun je dan soepel meebewegen met de natuur? Bovendien is het de vraag of mensen zich wel willen inzetten als ze bij voorbaat beperkt worden in hun handelen. 

Conclusie: de ontwikkeling van nieuwe bouwprojecten vereist nieuwe vormen van organisatie. Een biobased landschap vraagt om biobased organiseren. Het vraagt om een coöperatieve structuur waaraan experts, de gemeente en bewoners gezamenlijk deelnemen en waarin zij samen de mogelijkheden en vereisten onderzoeken. Hoe krijg je een goed ecosysteem in je landschap én in je organisatie?

Leren door te doen
De sessie levert daarvoor een aantal ideeën op:

  • Het geweten, de stem van de natuur, is leidend en wordt vastgelegd in een ecologisch contract. 
  • Er is geen handboek voor de natuur, dus maak er een lerend gebied van. Als een familiebedrijf dat wil innoveren: niet alles houden zoals het was, maar ook niet alles weggooien en helemaal opnieuw beginnen. Boerderij Zwanenburg met 9 ha grond (eigendom van Rijkswaterstaat) wordt leer- en experimenteergebied. 
  • De techniek staat in dienst van de natuur. 
  • Traditioneel beheer werkt niet. In een biobased organisatie heeft iedereen z’n eigen rol, maar wel met een duidelijke leiding. 
  • De gemeente moet anders gaan vasthouden: meer coachen en begeleiden. 

Tekst: Merel van der Lande