Hoe kan je een gebied vernatten en tegelijkertijd boeren, bouwers, burgers en de natuur een toekomst geven? Die vraag stond centraal tijdens de co-creatiesessies over de toekomst van het landschap in de (Deurnese) Peel. De sessies zijn onderdeel van het project Possible Landscapes, een samenwerking tussen Biobased Creations en MooiNL (zie kader). 

Stel, we geven de Soeloop, een beek in de Peel, weer ruimte. We verbreden en ontdiepen de bedding, waardoor deze breder wordt en zo nu en dan overstroomt. Mits het genoeg regent natuurlijk. 

Langs de beek is een agrarisch bedrijf met 43 hectare land, waarvan 36 hectare onder water staat. Op de plekken van het erf waar het water het diepst is, vlak bij de beek, zien we een open, nat natuurgebied waar riet, lisdodde en heilige lotus groeien en waar vogels kunnen broeden. Ook wonen daar mensen zelfvoorzienend in biobased huizen op palen. Iets hoger is een gebied waar het water zo’n 40 cm hoog staat. Daar kweken we lisdodde, riet of wilgen. Er zijn bassins, waarvan sommige permanent onder water staan en andere af en toe. Hier kweken we lisdodde en eetbare waterplanten als watermunt, waterspinazie of witte waterkers. In het hoogstgelegen deel is ruimte voor hoog- en laagveenbossen die we op natuurlijke wijze laten aangroeien. 

De boerderij staat op een terp, zodat die onder alle omstandigheden droog blijft. Net als de naastgelegen gemeenschappelijke biodynamische moestuin met fruitbomen en wisselende gewassen als lupine, aardpeer, aubergine en quinoa. De moestuin is vooral voor eigen gebruik van de bewoners van de boerderij en de biobased woningen op het erf. 

Biobased Creations verbeeldde deze multifunctionele boerderij in een landschap dat sterk vernat is in een bijzondere maquette-installatie. Het is een voorbeeld van een mogelijk toekomstig landschap in de (Deurnese) Peel. Een landschap waarin mens en natuur weer in harmonie met elkaar samenleven. En dat is hoognodig. 

Oppervlakte boerenerf43 ha
Natuurgebied open water8,1 ha
Natuurgebied hoog- en laagveenbos 6,7 ha
Lisdoddeproductie 24,1 ha
Natte voedselproductie3,5 ha
Droge voedselproductie (terp)0,5 ha

Sigaret van Brabant
Vroeger was de hele Peel hoogveengebied: acht meter hoogveen dat gedurende eeuwen was gegroeid met daarbovenop een laagje veenmos. Maar vanaf 1850 werd het gebied afgegraven omwille van de turfwinning. Bovendien groef men kanalen om de turf te vervoeren naar onder meer Den Bosch. De afgegraven grond werd landbouwgrond en wordt nu vooral gebruikt voor de intensieve veeteeltindustrie. 

Het grote probleem hiervan is dat de Peel steeds droger wordt. Wat veen bijzonder maakt, is dat het heel veel regenwater kan opvangen. De halfverteerde plantenresten waaruit het veen bestaat, vangen het water op als een spons en nemen bovendien veel CO² op uit de lucht. Maar dat kan alleen als het grondwater hoog staat, want anders vloeit al het regenwater uit het veen weg naar lagergelegen delen. 

Door de langere droge periodes van de afgelopen decennia en het oppompen van grondwater om de velden van de boeren te besproeien, is het grondwater in de Peel zodanig gezakt dat het veen geen regenwater meer kan opnemen. Al het water vloeit weg en de Peel wordt zo droog dat ze in plaats van CO² op te nemen, CO² uitstoot. En daardoor is de long van Brabant nu de sigaret van Brabant geworden

Co-creatie
Het water en de bodem vormen samen de natuurlijke basis van een landschap. En dus moeten die in het ‘nieuwe’ landschap sturend zijn. Om ervoor te zorgen dat de natuurlijke veengronden zich kunnen herstellen en de sigaret van Brabant weer de long van Brabant kan worden, vraagt het landschap om vernatting. Maar welke kansen biedt zo’n natte bodem voor zowel de mens als de natuur? 

Die vraag onderzochten we tijdens drie co-creatiesessies, waarbij verschillende stakeholders samen aan tafel gingen. Van lokale boer tot bouwer, bankier, architect, materiaalproducent en mensen vanuit de woningbouw, waterschappen, Building Balance en Innovatiehuis de Peel. Sjors Hoek, omgevingsmanager Waterschap Aa en Maas: “Als je met zoveel verschillende expertises bij elkaar zit, komen er echt ideeën uit die ik kan meenemen.” 

Natte natuur
Laten we beginnen met de natuur. Wie goed kijkt, ziet nu al hoe mooi de natuur in de Peel is. Planten als de avondkoekoeksbloem, de grote lisdodde, de smalle stekelvaren, veenpluis, riet en natuurlijk veenmos voelen zich er helemaal thuis. Maar een natte Peel zorgt voor nog veel meer biodiversiteit. Mocht de vernatting lukken, dan kun je er ook weer planten ontdekken als lavendelheide, zonnedauw en moerasvaren. Om de natuur in de Peel te herstellen en meer haar gang te laten gaan, zouden de boeren hun land kunnen beheren als natuurgebied. Hoe doe je dat als je er ook van moet leven? 

Businessmodel voor de boer
Maar liefst 25 procent van alle boerderijen in Nederland zal de komende tien jaar een andere functie krijgen. Daarbij kun je denken aan een zorgboerderij, een boerderij met co-housing projecten (erfdelen) of een coöperatieve boerderij die natte teelten verbouwt.

Uit de co-creatiesessies bleek dat de multifunctionele boerderij de beste manier is om als boer een leefbaar verdienmodel te hebben in een goede relatie met de natuur. De woningbouwopgave die overal in Nederland speelt, biedt daarbij in meerdere opzichten kansen voor de boer. 

Natte teelt
Janke van Dijk, expert natte teelten bij haar eigen bedrijf Paludiplants, ziet bijvoorbeeld grote kansen voor natte teelt: “Ik ben positief ingesteld voor de toekomst. Er zullen altijd uitdagingen zijn maar er zijn ook altijd oplossingen en het is de kunst om daar iets moois van te maken.”

Zo kunnen boeren een deel van de bouwmaterialen voor de woningen die gebouwd moeten worden gaan verbouwen. Lisdodde, riet en blauwalg zijn bij uitstek geschikt voor het maken van plaatmateriaal voor interieurbouw, meubels en gevels. En van lisdodde (rietsigaar) en linnen (vlas) maak je onder meer garen en wol. 

Zoals de natuur zich aanpast aan de natte omstandigheden, zouden boeren dat ook (weer) kunnen doen. Vernatting vraagt om natte teelt. En om flexibiliteit, omdat de waterstanden variëren. Afhankelijk van de waterstand kun je als boer kiezen welke gewassen je waar gaat verbouwen. Lisdodde is wat dat betreft de ideale plant: deze groeit namelijk in zowel diep als ondiep water. Bovendien onttrekt de plant veel voedingsstoffen aan de grond, zodat je de vermesting van de bodem door de huidige landbouwactiviteiten kunt tegengaan. En wanneer de grond na vijf of tien jaar mestvrij is, kun je eventueel ook andere gewassen op de velden zetten. Denk aan eetbare waterplanten als watermunt, waterspinazie of witte waterkers.

Om het water vast te houden en zo een buffer en tegendrukgebied te vormen voor het grondwater in het veengebied kun je dijken aanleggen. Met die dijken kun je bovendien bassins creëren waarin je gewassen teelt. En laat je de bassins leeglopen, dan kun je de gewassen makkelijker oogsten en via de dijken met vrachtwagens ophalen. 

Wonen in de natuur
Het verpachten van (modulaire) woningen die in de natuurlijke zones van een boerenerf geplaatst worden, kan ervoor zorgen dat de boer niet alleen afhankelijk is van de opbrengst van zijn gewassen. Het verpachten van twee tot maximaal vier huisjes per hectare zou, naast de oogst, al genoeg opbrengsten genereren. Plaats je meer woningen per hectare, dan kan een boer het land ook beheren als natuurgebied zonder inkomsten vanuit de boerderij. Zo zou het landschap jarenlang kunnen herstellen. Een voorwaarde is wel dat die woningen gemaakt zijn van natuurlijke lokale materialen en op palen staan om geen schade aan de natuur te berokkenen. Bovendien moeten de mensen die in de huizen wonen betrokken zijn bij het landschap en mede zorg dragen voor de natuur. 

Tot slot moeten we bij het herinrichten van een gebied niet alleen kijken naar de leefbaarheid voor mensen maar ook voor dieren, insecten en planten. Zo kan een vleermuizentoren het wegvallen van de bestaande schuren en stallen, de oorspronkelijke woonplaats van de vleermuizen, opvangen.

Best-case-scenario
Niet alleen in de Peel, maar op heel veel plekken in Nederland moet de bodem de komende jaren vernatten. Het combineren van gewassen en functies wordt daarbij essentieel voor het overleven van zowel de boer als de natuur. Daarom is een multifunctionele boerderij het beste scenario. De boer kan immers een vergoeding krijgen voor de oogst van zijn gewassen, voor het opvangen van CO² in de lisdodde en het riet, voor het waterbeheer en voor natuurherstel. En dankzij de woningen die hij verhuurt of de grond die hij verpacht, heeft hij een gevarieerd inkomen zodat hij niet meer louter afhankelijk is van de opbrengsten van de oogst.

Maar: er is niet één beste manier om een gebied in te richten. Er is niet één simpele oplossing waar we met z’n allen de komende jaren op moeten inzetten. Wat het beste werkt hangt af van de plek, waarbij we ons flexibel zullen moeten opstellen en ons moeten aanpassen aan (wisselende) omstandigheden. Multifunctionaliteit lijkt bovendien de meeste potentie te hebben omdat die kan zorgen voor meerdere inkomensstromen. Kortom: door anders te bouwen en natuur, landbouw en woonfuncties samen te voegen, kunnen we de zorg voor het landschap, het tekort aan woningen en de financiële problemen van de boer tegelijkertijd oplossen. 

Hoe nu verder? 
Possible Landscapes wil laten zien dat er een gebiedsvisie nodig is waarbij zoveel mogelijk actoren samen moeten werken. Dat vraagt lef. En verbeelding kan daarbij helpen. Daarom zijn de ideeën en verhalen uit de drie co-creatiesessies tastbaar gemaakt in een levensechte maquette-installatie, ontworpen door Pascal Leboucq en Ruben Bus van Biobased Creations. Marnix Bakermans – Gebiedsmanager NOVEX de Peel: “Deze verbeelding helpt om de discussie op gang te brengen en stappen te zetten.”

Regionaal biedt de maquette-installatie dus aanknopingspunten voor het vervolggesprek over mogelijke invullingen van het landschap. Daarnaast zal de maquette van de Peel worden ingezet op bijeenkomsten en evenementen door heel Nederland. Deze is immers ook relevant voor andere plekken in Nederland waar vernat moet worden. En zo is de Peel behalve pionier óók een inspirerend voorbeeld. 

Over MooiNL
In het project Possible Landscapes onderzoeken MooiNL en Biobased Creations mogelijke scenario’s voor een veranderend landschap, waarin de ruimtelijke kwaliteit centraal staat. Iedereen wil immers leven in een mooie omgeving met een herkenbare identiteit (belevingswaarde). Een omgeving waar een functionele samenhang is tussen mens en natuur (gebruikswaarde). En een omgeving die duurzaam is ingericht (toekomstwaarde). 

Om daar te komen en iedereen bij elkaar te brengen is verbeeldingskracht nodig. Want wat je je niet kunt voorstellen zal je waarschijnlijk ook niet uitdragen. Daarom heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken het programma MooiNL opgezet. Het programma helpt provincies en gemeenten om de invulling van de ruimte goed vorm te geven door het denken over de toekomst van het landschap te verbinden én te verbeelden.

Zo namen we in de (Deurnese) Peel één agrarisch bedrijf als voorbeeld om mogelijke scenario’s voor het landschap te schetsen. En om tegelijkertijd mogelijke oplossingen te bedenken voor de maatschappelijke opgaven in het gebied. Denk aan: stikstofreductie, een betere waterkwaliteit, ruimte voor de natuur, meer biodiversiteit en voldoende werkgelegenheid en woningen voor mensen in de regio.

Verder lezen/kijken:
– Een mogelijk toekomstig landschap voor de (Deurnese) Peel is uitgewerkt in een maquette-installatie. Via deze audiotour geeft Lucas de Man, een uitgebreide toelichting bij de installatie. 
– Het ontwerpend onderzoek “Biobased (ver)bouwen in het veenweidegebied” brengt in kaart welke ecologische, maatschappelijke en landschappelijke waarde kan worden gerealiseerd bij het telen van gewassen voor de biobased bouwindustrie. 

Tekst: Merel van der Lande
Fotografie: About.Today